Vertaling was lange tijd een belangrijk onderdeel van ELT, en daarna ontbrak ook een belangrijk deel voor lange tijd. Met de komst en vervolgens de totale dominantie van communicatieve methodologieën werd de vertaling snel naar het verleden overgeleverd, samen met andere ‘traditionele’ tools zoals dicteren, hardop voorlezen en oefeningen. Echter, deze andere verlaten activiteiten zijn nu een kenmerk van veel communicatieve klaslokalen en succesvolle hulpmiddelen om te leren, hoewel de aanpak om ze te gebruiken is veranderd. Zoals Duff (1989) zegt, gebruiken docenten en studenten nu vertaling om te leren, in plaats van vertalen te leren. Moderne vertaalactiviteiten gaan meestal van L1 naar L2 (hoewel de tegenovergestelde richting ook te zien is in lessen met meer specifieke doelen), hebben duidelijke communicatieve doelen en echte cognitieve diepgang, tonen hoge motivatieniveaus en kunnen indrukwekkende communicatieve resultaten opleveren.